De luis in je pels: Waarom juristen geen zeurpieten zijn

juristen, nationale luizendag, luis in de pels

Juristen zijn precies, dat zit er na gemiddeld zo’n 4 á 5 jaar studie wel ingeramd. Wij komen immers niet weg met “Ja dat lijkt wel een beetje op moord” of “Iets met redelijkheid en billijkheid”. Die precisie leidt ertoe dat advocaten en juristen vaak als betweters en moeilijkdoeners worden omschreven. Omdat het vandaag nationale Luizendag is, zie ik de kans schoon om eens haarfijn uit te leggen hoe het is om altijd maar die lastige luis in de pels te zijn.

Simpel antwoord geven kunnen we niet

Als mensen op feestjes naar mij toe komen met een juridische vraag, leidt dat altijd tot narigheid. Vaak komt iemand met een vraag of casus waarvan hij zelf het antwoord denkt te weten. Hij wil dan even punten scoren door het ‘te laten checken’ door de expert, maar hij wist zelf natuurlijk allang dat het zus en zo zou zitten. Moet je net mij hebben. Not. Als ik merk dat iemand met wat fancy vaktaal aan komt zetten zoals ‘geïmplementeerd, non-conformiteit of jurisdictie’ en deze met veel bravoure in het rond strooit, weet ik al wat er komen gaat. Het helpt ook niet dat die termen meestal verkeerd gebruikt worden. Vervolgens wil de persoon in kwestie dan graag bevestigd hebben dat ie gelijk heeft. Jammer, maar dat heeft ie niet. Als ik dan verder vraag naar de details en antwoord met “Dat hangt er vanaf…” bijt de ander me vaak slightly annoyed toe dat ik ‘toch ook gewoon even simpel antwoord kan geven’.
Een diepe zucht. Het spijt me lieve jongen die alleen maar wilde horen dat hij een fantastische merknaam heeft bedacht met onderscheidend vermogen, maar simpel antwoorden zit nou eenmaal niet in mijn systeem.

Argumentatie Pitbull

Binnen mijn familie ben ik de enige die rechten heeft gestudeerd. Ik kom niet uit een advocaten- of notarisnest en heb geen broer of zus die toevallig ook een vakje ondernemingsrecht heeft gehad tijdens een studie economie. Dat wil nog wel eens tot problemen leiden wanneer er discussies ontstaan. Een ongenuanceerde stelling, een valse analogie, of drogreden doen mijn slapende argumentatie pitbull ontwaken. Die valt niet te stoppen en dendert al schuimbekkend recht op jouw standpunt af. Voordat ik het weet ligt jouw visie aan stukken gescheurd op de grond en is onze gemoedelijke gedachtenwisseling veranderd in vijandig herrie. Terwijl je het zo goed bedoelde mam! Het was echt niet de bedoeling om je aan het huilen te maken… Ik vergeet regelmatig dat ik niet elk argument op mankementen na hoef te lopen en niet elke discussie hoef te winnen. Maar ja, dat is nu eenmaal mijn werk.

Wet en emotie

Als jurist ben je getraind om een verhaal te vertalen naar juridisch-relevante informatie. Zoals of er überhaupt auteursrecht op jouw levenswerk rust, of dat er een overeenkomst gesloten is bijvoorbeeld. Dat er echter een hele hoop gevoelsmatige argumenten aan te voeren zijn waarom iemand gelijk zou hebben, maar dat die argumenten juridisch gezien net zo relevant zijn als dat de zon schijnt, is aan mensen nogal lastig uit te leggen. “Ja maar, ik heb die foto toch op mijn blog geplaatst, dus dan is die foto toch mijn eigendom?” of “Maar dit is toch kunst?” “Dit is toch niet eerlijk! Dit kan toch niet zo!” Juristen weten vaak niet hoe ze daar mee om moeten gaan. Het is lastig om iemand uit te leggen dat ze misschien op sociaal of maatschappelijk vlak best gelijk kunnen hebben, maar dat dit voor de wet niks uit maakt. Mijn mening doet er ook niets toe. Het spijt me, maar ik kan alleen maar als spreekbuik van een wettenbundel fungeren. Voor waardering van je emotionele argumenten moet je helaas niet bij mij zijn. Dat is net als tegen de kassajuffrouw schelden dat de melk niet is aangevuld. Daar kan zij ook niets mee.

Heb je daar wel aan gedacht?

Als iemand een leuk idee oppert, zoals “ik ga een boek schrijven” of “ik begin een webshop in Eames geïnspireerde stoeltjes” zijn de eerste gedachtes die door mijn hoofd gaan verre van positief. Ongeacht hoe leuk of goed het idee ook is, ik zie allereerst de juridische obstakels. Ik zie mijn gesprekspartner hunkeren naar een enthousiaste reactie, maar ik kan alleen maar het net-ontkiemde idee verzuipen met een stortvloed aan vragen. “Heb je wel gedacht aan de nadelen van het publiceren via een uitgever? Hoe zit het met je aansprakelijkheid als jij in een keer en modelclaim van monsieur Eames op je dak krijgt? Je weet dat je algemene voorwaarden niet zo maar van internet kan plukken he? Let je wel even op…”
Waarschijnlijk dood vermoeiend en alles behalve leuk maar ja, wij juristen willen je nu eenmaal behoeden voor een debacle waar we anders achteraf toch wel de schuld van zouden krijgen. Want, “daar hadden wij jullie toch immers voor kunnen waarschuwen?!”. We kunnen het eigenlijk nooit goed doen.

Dus de volgende keer dat je een jurist met zijn ogen ziet rollen, of met een samengeknepen mond hoort vertellen dat er echt van alles mis is met jouw million dollar plan. Bedenk je dan dat wij er ook niks aan kunnen doen. Het is alles behalve leuk om steeds maar irritant te kriebelen en wij krijgen er zelf soms ook behoorlijk jeuk van. Sommige dingen in het leven zijn nou eenmaal oneerlijk. Punt. Wij zijn er om je te helpen, maar kunnen de regels helaas niet voor je veranderen.

So don’t blame us, just blame it on the law!

door Rosanna Funnekotter