Auteursrecht: Werken in openbare plaatsen

Architectuur, kunstwerken, graffiti. Het zijn allemaal geduldige fotografie-objecten. Een mooie achtergrond en goed als oefenmateriaal. Op al deze werken rust echter ook auteursrecht. Het werk fotograferen is het werk verveelvoudigen. Dat mag in de basis niet zomaar. Voor werken in openbare plaatsen heeft de wet een uitzondering gemaakt. Het is echter wel een strikte uitzondering. Pas hem goed toe om te voorkomen dat je alsnog inbreuk maakt op auteursrecht, met schadevergoedingen tot gevolg.

Uitzondering op auteursrecht

Het auteursrecht is een exclusief recht van de maker en vervalt 70 jaar na de dood van de maker. De wet heeft een aantal uitzonderingen gemaakt op het exclusieve recht van de maker om een werk openbaar te mogen maken en te mogen verveelvoudigen. Een van die uitzonderingen gaat over werken op openbare plaatsen (artikel 18 Auteurswet). Of preciezer de volgende werken:
“teeken-, schilder-, bouw- en beeldhouwwerken, lithografieën, graveer- en andere plaatwerken en werk betrekkelijk tot de bouwkunde” indien deze werken gemaakt zijn om permanent in openbare plaatsen te worden geplaatst. Deze werken mogen afgebeeld worden ‘zoals het zich aldaar bevindt’. Deze afbeeldingen mogen vervolgens verveelvoudigd en openbaar gemaakt worden.
Nou, dat is fijn dat de wet dat zegt, maar eh, wat bedoelen ze er nu mee?

Uitzondering voor welke werken?

De uitzondering geldt niet voor alle werken. Alleen voor teken-, schilder-, bouw- en beeldhouwwerken en architectuur. Dit mag echter ruim geïnterpreteerd worden, zolang er maar aan alle andere criteria wordt voldaan. Denk bijvoorbeeld aan graffiti tags, tegelgedichten, werken van toegepaste kunst, zoals bankjes of een trap.

Openbare plaatsen

Belangrijk is om te weten of je de foto überhaupt mag maken. De eerste vraag die dan opkomt is of het werk zich in een openbare plaats bevindt. Een openbare plaats is ruimer dan de openbare weg. Het gaat als het ware om openbare toegankelijkheid en niet zo zeer van wie de grond wel of niet is.
Het begint bij de openbare weg, openbare parken en openbare gebouwen.
Musea, scholen, ontvangsthallen van bedrijven en niet-openbare beeldtuinen vallen hier expliciet niet onder. Openbare plaats is daarmee dus niet hetzelfde als ‘voor iedereen toegankelijk’. Een openbare plaats is juist een plaats die ‘men in het normale verkeer betreedt'[1]. Zeg maar, plaatsen waar je in het dagelijks leven gebruik van maakt of kunt maken, zoals straten, stations, postkantoren en winkelcentra, parken, strand en natuurgebieden. Dus ook de Erasmusbrug.
Daarbij gaat het om zaken die we vanaf de openbare weg kunnen zien en die zin onderdeel uitmaken van ons straatbeeld.
Kijk wel uit met werken die zich niet op openbare plaatsen bevinden, bijvoorbeeld achter een hek op een privé terrein, terwijl ze toch, min of meer, vanaf de openbare weg te zien zijn. Dat is namelijk een beetje een grijs gebied. Een lagere rechter heeft eens bepaald dat vakantiewoningen op een vakantiepark, die dus niet op een openbare plaats stonden, toch gefotografeerd en in reclames gebruikt mochten worden, omdat ze vanaf de openbare weg zichtbaar waren. Persoonlijk vind ik dat wat erg breed geïnterpreteerd, maar het is aan de (hogere) rechter om te bepalen hoe het zit.

Permanent

Het werk moet gemaakt zijn om permanent in een openbare plaats geplaatst te worden. Althans, een werk moet zich permanent op een openbare plaats bevinden.
Permanent kun je het beste lezen als ‘voor onbepaalde tijd’. Graffiti is tenslotte altijd gemaakt om permanent op die muur te blijven zitten, maar daar zijn andere graffiti kunstenaars het niet altijd mee eens. Zij spuiten er gewoon overeen. Toch valt graffiti onder deze uitzondering.
Wat zich echter niet permanent op een openbare plaats bevindt zijn tijdelijke buiten tentoonstellingen. Denk bijvoorbeeld aan de expositie upside down, de zandbeelden op Scheveningen of de tijdelijke kunst op het Lange Voorhout. (Je zou toch bijna denken dat ik in Den Haag woon. O, wacht…)
Deze werken bevinden zich daar niet permanent of voor onbepaalde tijd en vallen dus niet onder de uitzondering.

2D Afbeelding

Verder geldt de uitzondering alleen voor afbeeldingen. Dat wil zeggen: 2D afbeeldingen. Een maquette of een beeldhouwwerk maken mag dus niet. Wat wel mag zijn foto’s, tekeningen, schilderijen, etsen etcetera. 2D dus. Simpel, toch?

Zoals het zich aldaar bevindt

Dit is misschien wel een van de belangrijkste criteria. De 2D afbeelding, mat het permanente werk, dat zich op een openbare plaats bevindt, alleen afbeelden ‘zoals het zich aldaar bevindt’.
Dat wil ondermeer zeggen dat er context te zien moet zijn. Geen vrijgemaakte afbeelding dus, maar een afbeelding inclusief omgeving, zoals de naastgelegen gebouwen, een deel van het park waar het beeld te zien is of de snelweg waar het kunstwerk naast staat.
Om diezelfde reden zijn close-ups, gedeeltes van werk, bijzondere standpunten en het gebruik van vertekenende lenzen ook niet toegestaan. Het is dan namelijk niet meer het gehele werk of niet meer het werk zoals het zich aldaar bevindt. De uitsnede of de vertekening laat het werk er anders uitzien.
Vervolgens denk je veilig te zitten door een heel eenvoudige foto gemaakt te hebben of als basis voor je schilderij de Erasmusbrug keurig in zijn geheel, niet veterend en in het midden van je compositie geplaatst te hebben. Niets aan de hand, toch? Tot je gaat photoshoppen, kleuren aan gaat passen of er mooie zaken bij of omheen gaan schilderen of photoshoppen, die daar in werkelijkheid helemaal niet zijn. Daarmee is het al niet meer ‘zoals het zich aldaar bevindt’ en mag het dus niet. Streng hè?

Commercieel gebruik, maar geen serie

Voldoet de afbeelding aan alle bovenstaande voorwaarden? Mooi! Je mag de afbeelding nu openbaar maken en verveelvoudigen. Zelfs commercieel. Je mag er ansichtkaarten van maken of opnemen in een stadsgids. Je hoeft in dat geval geen vergoeding af te staan aan de maker van het werk dat jij verveelvoudigd en openbaar gemaakt hebt.
Je mag echter geen series van werken gebruiken. Kortom, niet een boek maken met 80 mooie gebouwen van dezelfde architect, maar wel een boek met 80 werken van 80 verschillende architecten. Wil je toch een serie van werken van eenzelfde maker maken, zorg dan dat je om toestemming vraagt. Meestal zul je dan een vergoeding moeten afstaan.

Incidentele verwerking

Als het werk niet het hoofdonderwerp is, maar min of meer ’toevallig’ in de afbeelding terecht is gekomen, bijvoorbeeld bij een serie portretfoto’s, dan mag dat. Ook als er daardoor maar een deel van het werk in de afbeelding zichtbaar is.

Flauw

Is het flauw dat er eisen gesteld worden aan deze uitzondering? Veel fotografen hoor ik namelijk klagen, dat ze dus niet alles mogen fotografen, laat staan openbaar maken en verkopen. Ze vinden dat dit wel moet kunnen, om verschillende redenen.
Eigenlijk vind ik dat wat flauw. Want stel dat er een foto van een fotograaf gephotoshopt wordt en vervolgens openbaar gemaakt en verveelvoudigd en verkocht wordt, dan is de wereld voor veel fotografen te klein. Terwijl het echt om hetzelfde auteursrecht gaat.
Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.

Volg de workshop Auteursrecht voor wie meer wil weten

Lees ook:
Auteursrecht: Werk
Auteursrecht: Citaat
Auteursrecht: Creative Commons

photo credit: drshroc via photopin cc

Voor het eerst verschenen op het blog van Charlotte’s Law